Platform Drentse Musea

Barrièremodel 'Diefstal uit collectiebeherende instellingen'

Door Henk Peter Brink - Hoofd Beveiliging en Veiligheid Drents Museum

De Lentetuin van Van Gogh (Laren), De twee lachende jongens van Frans Hals (Leerdam), unieke museumstukken uit de tweede wereldoorlog (Ossendrecht, Beek), Chinees keramiek (Leeuwarden). Zo maar een paar voorbeelden van diefstallen in de afgelopen jaren uit de wat kleinere musea in Nederland. Hieruit blijkt dat elke collectiebeherende instelling een interessant doelwit kan zijn voor criminelen. Ook daar zijn, net als in de grote musea, waardevolle en/of unieke stukken te vinden terwijl ze vaak minder goed beveiligd zijn. Het gevolg laat zich raden; naast de schade van de inbraak en diefstal van het object is er ook de imagoschade en mogelijk een verminderd veiligheidsgevoel bij de medewerkers. Bedenk dat slechts een klein deel (tussen 5 en 10%) van de gestolen kunst uiteindelijk wordt teruggevonden. En dat is jammer.

Deze voorbeelden maken duidelijk dat ook voor de kleine en middelgrote musea een goede beveiliging noodzakelijk is. Dit is vaak een lastig onderwerp. Veelal ontbreekt het aan voldoende financiële middelen, is er te weinig capaciteit en expertise of zijn er bouwkundige beperkingen zoals bij monumentale panden. Soms worden er wel maatregelen genomen maar staan die niet in verhouding tot de risico’s of functioneren deze niet optimaal. Kortom de beveiliging van waardevolle kunst is een kunst op zich.

Dit alles was voor het Rijksdienst Cultureel Erfgoed reden om samen met het Centrum voor Criminaliteits-preventie en Veiligheid (CCV), experts uit de branche en politie te kijken hoe de beveiliging van collectiebeherende instellingen zou kunnen worden verbeterd. Dit heeft geresulteerd in het “Barrièremodel Diefstal uit collectiebeherende instellingen”.

Het model gaat uit van het criminele bedrijfsproces; welke stappen voeren de criminelen uit om een bepaald delict te kunnen plegen. Analyse van dit proces leverde voor de musea acht verschillende stappen op. Het model maakt per stap inzichtelijk welke gelegenheden, signalen en partijen het uitvoeren van het delict mogelijk maken. Vervolgens kan per stap worden bekeken welke maatregelen (barrières) kunnen worden opgeworpen om dit proces te verstoren. Dit alles is nu op overzichtelijke wijze opgenomen in het barrièremodel.

Het model is nu beschikbaar voor alle musea en collectiebeherende instellingen. Het is zeker geen blauwdruk en niet uitputtend; beveiliging is en blijft altijd maatwerk. Maar het moet vooral de kleine en middelgrote musea de kans bieden om op een laagdrempelige manier naar hun beveiliging te kijken en waar mogelijk deze te optimaliseren. En dat hoeft niet altijd direct grote financiële consequenties te hebben.

Het Drents Museum is vanaf het begin nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van dit barrièremodel en we willen deze kennis graag delen met alle collega instellingen in Drenthe met als doel om onze collecties beter te beschermen. Op 8 december a.s. zal Henk Peter Brink (hoofd Beveiliging Drents Museum) tijdens de eindejaarsbijeenkomst van het Platform Drentse Musea (alleen op uitnodiging toegankelijk- meer informatie via info@platformdrentsemusea.nl) in het Drents Museum een inleiding over dit onderwerp geven.

Op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) kunt u het Barrièremodel ‘Diefstal uit collectiebeherende instellingen’ downloaden.